Parkeren op grote luchthavens als Schiphol en Brussels Airport is vaak twee tot drie keer zo duur als op kleine regionale vliegvelden.
Dat blijkt uit onderzoek op zestien luchthavens in Nederland, België en Duitsland van Vliegveldinfo, dat de resultaten vandaag presenteert.
„Parkeergeld rijst de pan uit, maar er zijn grote verschillen. De kosten kunnen ook gedrukt worden door bijvoorbeeld lang parkeren, vooraf online reserveren en externe parkeerterreinen”, zegt onderzoeker Guus Wantia.
Brussel
Een week parkeren voor de laagst beschikbare inrijtarieven in oktober 2015 kost volgens hem op Nederlandse luchthavens gemiddeld 58,50 euro, in België 66,20 euro en in Duitsland 46,30 euro. Brussel is het duurst (89 euro), gevolgd door Schiphol (79,90 euro) en Charleroi (70 euro).
Het goedkoopst zijn Münster Osnabrück (27 euro), Düsseldorf (39 euro) en Dortmund, Groningen en Weeze (45 euro). Eindhoven, Maastricht en Rotterdam zijn middenmoters (55 euro). Online een parkeerplaats boeken levert 10 tot 40% korting op. „Maar dat moet je wel ruim voor vertrek doen, anders is het uitverkocht”, aldus Wantia.
Voor drie dagen parkeren zitten Schiphol en Brussel ook in de hoogste regionen samen met Keulen-Bonn en Bremen (50-54 euro). Gemiddeld is het verschil tussen de acht grotere en acht kleinere vliegvelden om een weekendje je auto kwijt te raken 15 euro (resp. 45 en 30 euro).
Voor Schiphol is parkeren een echte ’moneymaker’. Vorig jaar leverde het de luchthaven meer dan 100 miljoen euro op, een stijging van ruim 5%. Samen met winkelverkopen wordt daar veel meer aan verdiend dan aan de luchtvaart zelf.
Voordelen
Brancheorganisatie Parcompare van openbaar vervoer, taxi’s, parkeervoorzieningen, luchthavenhotels en reisbureaus wijst op de voordelen voor vliegpassagiers als ze slim van hun woonplaats naar de vertreklocatie reizen. „We hebben alle kosten en besparingen in kaart gebracht, zodat de opties kunnen worden vergeleken”, aldus directeur Sven Snel.
BRON
